Vaardigheden: verschil tussen versies

Uit Windsurfing.nl Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Vaardigheden''' Welke Windsurfvaardigheden zijn er? Het CWO heeft hier een indeling voor gemaakt.....nog in te vullen.')
 
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Vaardigheden'''
 
 
 
Welke Windsurfvaardigheden zijn er?
 
Welke Windsurfvaardigheden zijn er?
 +
 +
 +
__TOC__
 +
 +
  
 
Het CWO heeft hier een indeling voor gemaakt.....nog in te vullen.
 
Het CWO heeft hier een indeling voor gemaakt.....nog in te vullen.
 +
 +
 +
==Basisvaardigheden'''==
 +
 +
 +
===Gijpen===
 +
 +
Je vaart ruime wind.
 +
 +
Je valt verder af door middel van zeilsturing. Hierbij kantel je het tuig met de mast naar het water. Voor een kortere bocht met meer snelheidsverlies ga je verder achterop het board staan.
 +
 +
Voetsturing heeft geen zin als je niet in plan°ƒÂ© bent!!
 +
 +
Je draait door tot binnen de wind (ruime wind over de nieuwe boeg). Hierbij pas je constant je zeilstand aan.
 +
 +
Je stapt weer naar voren zodat je niet meer de achterkant van het board belast.
 +
 +
Je pakt met je oude zeilhand de mast en trekt de mast voor je langs, het zeil klapt nu om en je pakt met je nieuwe zeilhand de giek vast. Dit overpakken doe je flitsend en zo ongeveer in no-time (heel snel dus). Tijdens de beweging blijft de mast steeds dicht bij je.
 +
 +
Je pakt ook met je nieuwe masthand de giek vast en vaart ruime wind weer verder.
 +
 +
 +
===Overstag===
 +
 +
- Je vaart hoog aan de wind.
 +
- Je loeft op met behoud van snelheid door je zeil te kantelen en lij te belasten, voor een kortere bocht met meer snelheidsverlies verder achterop.
 +
- Je loeft op tot in de wind en past je zeilstand constant aan.
 +
- Je zet je voorste voet voor de mast en pakt met je masthand de mast onder de giek.
 +
- Met behoud van snelheid draai je door de wind tot aan de wind over de nieuwe boeg.
 +
- Je pakt met je oude zeilhand ook de mast boven de giek, stapt naar de andere kant van het zeil en pakt met je nieuwe zeilhand de giek aan de nieuwe kant. Dit overpakken doe je flitsend en zo ongeveer in no-time (heel snel dus).
 +
- Je pakt ook met je nieuwe masthand de giek en maakt zo nodig weer snelheid en vaart hoog aan de wind verder.
 +
- Afvallen tot hoog aan de wind door je zeil in het zeilvlak naar voren te kantelen en loef te belasten.
 +
- Als je weer hoog aan de wind vaart mast recht houden en belast je lij weer voor drift beperking.
 +
- Tenen haken tenen.
 +
 +
===Waterstart===
 +
 +
- Je legt het board op halve wind. Het zeil leg je met de mast naar loef met de giek achterop het board.
 +
- Je pakt met je zeilhand de achterste voetband en met je masthand mast net boven de giek.
 +
- Je trekt met je masthand het zeil op de tail van het board.
 +
- Je laat de voetband los
 +
 +
- Nu laat je de wind het zeil omhoog duwen en laat het zweven op de wind.
 +
- Je pakt de met je masthand de giek en enkele 100e seconden later pak je ook met je zeilhand de giek. Zorg ervoor dat het zeil nog steeds zweeft, dus trek het nog niet aan.
 +
- Je legt je achterste voet met vrijwel gestrekt been op het board tussen je achterste en voorste voetband. Watertrappel met je voorste been om boven water te blijven.
 +
- Je laat nu de wind in je zeil komen door je zeilhand iets aan te trekken. Je voelt jezelf nu omhoog getrokken worden.
 +
- Je buigt je achterste been. Als het ware trek je je plank nu onder je lichaam. Tegelijkertijd probeer je je mast zo rechtop mogelijk te krijgen.
 +
- Zodra je rechtop staat, sterk je je achterste been om jezelf omhoog te duwen.
 +
- Je plant je voorste voet nu vlak voor of achter je mastvoet. Dit hangt sterk van de volumeverdeling van je plank af.
 +
- Vind je evenwicht.
 +
- Je vaart nu weg.
 +
 +
===Opkruisen===
 +
 +
- Je vaart hoog aan de wind. (lijkant van plank belasten)
 +
- Bij het ontmoeten van een vlaag loef je een stukje op.
 +
- Na de vlaag val je weer af tot je oude koers.
 +
- Je zorgt dat je snelheid behoud.
 +
- Na een stuk varen ga je overstag.
 +
- Je vaart weer hoog aan de wind.
 +
- Je gaat zo door totdat je je tegen de wind in hebt opgewerkt.
 +
 +
===Trapeze varen===
 +
 +
Afstellen lijnen
 +
- Een trapezelijn is 1 meter lang.
 +
- Als de lijn gerafeld is moet je hem direct vervangen.
 +
- Je bevestigd de trapezelijnen m.b.v. de draaksteek of je hebt van die handige klittenband units. Bij deze eerst de vaste kant en daarna de klittenband kant vast maken.
 +
- De juiste positie van de lijnen is ongeveer 40 cm. uit elkaar met het bolste deel van de giek er precies tussenin. (controleer dit m.b.v. proefhangen op de wal,in ingehaakte positie moet je de giek los kunnen laten, de krachten op de lijn moeten dan zo zijn dat het zeil in evenwicht is )
 +
- Te veel druk op je masthand; plaats de koordjes meer naar de mast.
 +
- Te veel druk op je zeilhand; plaats de koordjes meer naar achteren.
 +
 +
====Inhaken====
 +
- Je haakt in door de giek naar je toe te trekken.
 +
- Hierdoor zwaait het trapezelijntje naar je toe.
 +
- Wanneer het lijntje dichtbij de haak is haak je in.
 +
- Even op je tenen staan helpt ook veel.
 +
 +
====Uithaken====
 +
- Bij het uithaken trek je weer de giek naar je toe, de lijn verliest nu zijn spanning en valt vanzelf uit de haak. Evt. kan je benen strekken om makkelijker uit te haken.
 +
- Als je onder water onder het zeil ligt haal je het koord uit de haak en zwem je onder het zeil vandaan. Raak niet in paniek!!!
 +
 +
===Varen===
 +
- Je hangt naar achteren en houdt spanning op het koord.
 +
- Je houding moet wel goed blijven (derde voet techniek) alleen heb je je heupen iets minder ingedraaid.
 +
- Je ontlast je armen zoveel mogelijk maar houdt ze wel aan de giek voor als er wat gebeurt.
 +
 +
Bron: Hangloose en W.Eckert @windsurfing.nl

Huidige versie van 25 feb 2011 om 10:30

Welke Windsurfvaardigheden zijn er?



Het CWO heeft hier een indeling voor gemaakt.....nog in te vullen.


Basisvaardigheden

Gijpen

Je vaart ruime wind.

Je valt verder af door middel van zeilsturing. Hierbij kantel je het tuig met de mast naar het water. Voor een kortere bocht met meer snelheidsverlies ga je verder achterop het board staan.

Voetsturing heeft geen zin als je niet in plan°ƒÂ© bent!!

Je draait door tot binnen de wind (ruime wind over de nieuwe boeg). Hierbij pas je constant je zeilstand aan.

Je stapt weer naar voren zodat je niet meer de achterkant van het board belast.

Je pakt met je oude zeilhand de mast en trekt de mast voor je langs, het zeil klapt nu om en je pakt met je nieuwe zeilhand de giek vast. Dit overpakken doe je flitsend en zo ongeveer in no-time (heel snel dus). Tijdens de beweging blijft de mast steeds dicht bij je.

Je pakt ook met je nieuwe masthand de giek vast en vaart ruime wind weer verder.


Overstag

- Je vaart hoog aan de wind. - Je loeft op met behoud van snelheid door je zeil te kantelen en lij te belasten, voor een kortere bocht met meer snelheidsverlies verder achterop. - Je loeft op tot in de wind en past je zeilstand constant aan. - Je zet je voorste voet voor de mast en pakt met je masthand de mast onder de giek. - Met behoud van snelheid draai je door de wind tot aan de wind over de nieuwe boeg. - Je pakt met je oude zeilhand ook de mast boven de giek, stapt naar de andere kant van het zeil en pakt met je nieuwe zeilhand de giek aan de nieuwe kant. Dit overpakken doe je flitsend en zo ongeveer in no-time (heel snel dus). - Je pakt ook met je nieuwe masthand de giek en maakt zo nodig weer snelheid en vaart hoog aan de wind verder. - Afvallen tot hoog aan de wind door je zeil in het zeilvlak naar voren te kantelen en loef te belasten. - Als je weer hoog aan de wind vaart mast recht houden en belast je lij weer voor drift beperking. - Tenen haken tenen.

Waterstart

- Je legt het board op halve wind. Het zeil leg je met de mast naar loef met de giek achterop het board. - Je pakt met je zeilhand de achterste voetband en met je masthand mast net boven de giek. - Je trekt met je masthand het zeil op de tail van het board. - Je laat de voetband los

- Nu laat je de wind het zeil omhoog duwen en laat het zweven op de wind. - Je pakt de met je masthand de giek en enkele 100e seconden later pak je ook met je zeilhand de giek. Zorg ervoor dat het zeil nog steeds zweeft, dus trek het nog niet aan. - Je legt je achterste voet met vrijwel gestrekt been op het board tussen je achterste en voorste voetband. Watertrappel met je voorste been om boven water te blijven. - Je laat nu de wind in je zeil komen door je zeilhand iets aan te trekken. Je voelt jezelf nu omhoog getrokken worden. - Je buigt je achterste been. Als het ware trek je je plank nu onder je lichaam. Tegelijkertijd probeer je je mast zo rechtop mogelijk te krijgen. - Zodra je rechtop staat, sterk je je achterste been om jezelf omhoog te duwen. - Je plant je voorste voet nu vlak voor of achter je mastvoet. Dit hangt sterk van de volumeverdeling van je plank af. - Vind je evenwicht. - Je vaart nu weg.

Opkruisen

- Je vaart hoog aan de wind. (lijkant van plank belasten) - Bij het ontmoeten van een vlaag loef je een stukje op. - Na de vlaag val je weer af tot je oude koers. - Je zorgt dat je snelheid behoud. - Na een stuk varen ga je overstag. - Je vaart weer hoog aan de wind. - Je gaat zo door totdat je je tegen de wind in hebt opgewerkt.

Trapeze varen

Afstellen lijnen - Een trapezelijn is 1 meter lang. - Als de lijn gerafeld is moet je hem direct vervangen. - Je bevestigd de trapezelijnen m.b.v. de draaksteek of je hebt van die handige klittenband units. Bij deze eerst de vaste kant en daarna de klittenband kant vast maken. - De juiste positie van de lijnen is ongeveer 40 cm. uit elkaar met het bolste deel van de giek er precies tussenin. (controleer dit m.b.v. proefhangen op de wal,in ingehaakte positie moet je de giek los kunnen laten, de krachten op de lijn moeten dan zo zijn dat het zeil in evenwicht is ) - Te veel druk op je masthand; plaats de koordjes meer naar de mast. - Te veel druk op je zeilhand; plaats de koordjes meer naar achteren.

Inhaken

- Je haakt in door de giek naar je toe te trekken. - Hierdoor zwaait het trapezelijntje naar je toe. - Wanneer het lijntje dichtbij de haak is haak je in. - Even op je tenen staan helpt ook veel.

Uithaken

- Bij het uithaken trek je weer de giek naar je toe, de lijn verliest nu zijn spanning en valt vanzelf uit de haak. Evt. kan je benen strekken om makkelijker uit te haken. - Als je onder water onder het zeil ligt haal je het koord uit de haak en zwem je onder het zeil vandaan. Raak niet in paniek!!!

Varen

- Je hangt naar achteren en houdt spanning op het koord. - Je houding moet wel goed blijven (derde voet techniek) alleen heb je je heupen iets minder ingedraaid. - Je ontlast je armen zoveel mogelijk maar houdt ze wel aan de giek voor als er wat gebeurt.

Bron: Hangloose en W.Eckert @windsurfing.nl